Verslag weekend tssn Schelde en Dender 19-21 oktober 2018
---- | terug | ----

vrijdag 19 oktober 2018

Een onschuldige hand heeft mij aangewezen om de notulen op te nemen
van het laatste weekend dit jaar met de Pasar Zwervers Kortrijk,
zegge en schrijve vrijdag 19 oktober 2018.

Zelf zijn we pas ’s avonds omstreeks 19u aangekomen bij de Brasserie van Stokerij Rubbens te Wichelen aan de Schelde,
Wat die namiddag op het programma stond vertelt Geert...

Vanaf de middag, mochten we ons gezellig installeren op de parking van de Brasserie.
Er waren 2 activiteiten voorzien:
Een natuurwandeling rond Schellebelle of het bezoek aan de astronomische Heimanklok.

Natuurwandeling

De eerste groep vertrok met de fiets richting Schellebelle,
waar we het veer namen om de Schelde over te steken naar het gehucht "Den Aard".
Hier vertrok onze wandeling door het natuurgebied,
dat deel uitmaakt van de Sigmawerken en dat een overstromingsgebied geworden is.
Onderweg zagen we het kunstwerk "Salicetum" (wilgencollectie) van Will Beckers.
Dit kunstwerk is volledig opgemaakt met levende, gevlochten Wilgen.
Het was een mooi afwisselend landschap.
Terug aan de Schelde, zagen we waar men een bres sloeg in de dijk,
om tijdens de droogte, een deel van het overstromingsgebied onder water te zetten en dit tegen de muggen.
(De Schelde kan er dan bij vloed, invloeien.)

Via het fietspad op de dijk naast de Schelde, fietsten we dan terug naar Wichelen.
Onderweg stopten we nog even bij het "Riekend Rustpunt".
Dit is een klein museum aan Het Sluis te Berlare.
Het toont de bezoeker informatie over het transport van mest en beer over water,
van de stad naar het platteland.

Heirmanklok

Intussen kon de achtergebleven groep, de Heirmanklok bezoeken.
De klok is een prachtig en monumentaal kunstwerk van Edgar Heirman.
De uurwerkmaker bouwde meer dan 18 jaar aan zijn levenswerk,
dat in 1956 door koning Boudewijn in Sint-Niklaas werd voorgesteld. Hij kwam uit Waasmunster
en was ook een begenadigd kunstschilder en schrijver.
Zijn talenten combineerde hij in zijn meesterwerk De Heirmanklok.

”De klok van 8 bij 4 meter bevat meer dan 90.000 onderdelen en de animatiefiguren zorgen voor spektakel”.
De klok werd tot 1977 tentoongesteld in Sint Niklaas en verhuisde nadien naar het Boudewijnpark in Brugge.
Toen dat in 2007 werd overgenomen door een Spaanse investeringsgroep,
moest de familie Heirman op zoek naar een nieuwe thuis.
Via gemeenschappelijke vrienden bood jeneverstoker en eigenaar Dirk Beck de klok een nieuw onderkomen aan
in de oude en gerestaureerde gebouwen van de stokerij aan de Schelde.
Volgende elementen zijn weer te vinden op de klok:
de wereldbol, de dierenriem met de sterrenbeelden, waterstand te Antwerpen, de weekdagen,
zonsopgang en ondergang, maanstanden, seizoenen, dagen, maanden, een sterrenhemel en een planetarium
en nog veel meer .....
Om 18u mochten we aanschuiven voor een koffie met een koekje.
(daar kreeg onze gids ook een attentie voor de aangename natuurwandeling).
Daarna was het tijd om de stokerij te bezoeken.
We kregen een geannimeerde uitleg over de volledige werking van hun zaak,
van het stoken, mengen, verpakken, ... (Geert)

Om 19u30 konden we genieten van een heerlijke, warme maaltijd.
Eenvoudig maar lekker eten. Je kon vooraf kiezen tussen een kippefilet met champignonroomsaus
of een stuk zalm met béarnaisesaus met daarbij frietjes en een groentenbuffet,
voorafgegaan door een verse pompoensoep.

Na de maaltijd hadden we gelegenheid om maar liefst 9 likeuren en Gins te degusteren
die daar ter plaatse worden gestookt én verkocht.
En of ze lekker waren en sommigen hebben zelfs een zéér heilzame werking.
Eén bepaald elexir kan namelijk hoofdpijn bij het naar bed gaan voorkomen,
nog vóór men denkt dat men hoofdpijn zal krijgen, echt waar.
Goed dat we die avond konden overnachten op de parking van de brasserie.
Dat was te voet voor sommigen al ver genoeg.

zaterdag 20 oktober 2018

De volgende ochtend om 9u30 verscheen iedereen fris en monter op het appel bij een stralende hemel.
Ann gaf een korte briefing en vervolgens reden we in groep naar Dendermonde, een 9-tal kilometer verder stroomafwaarts.
We parkeerden op Parking De Bruynkaai, precies daar waar destijds de oude Dender in de Schelde uitmonde,
de plaats waar de stad haar naam aan te danken heeft. Meer symboliek had onze overnachtingsplaats niet kunnen krijgen.
Met de fiets gingen we op verkenning langs het street-art-parcours “Kaleidoscope”.
Op anders nietszeggende gevels zijn mooie schilderwerken aangebracht,
waardoor de buurt of omgeving een heel andere uitstraling krijgt.

Tijdens deze tocht maken we iets over 11u een stop in het St.-Alexiusbegijnhof
om een klein museum voor Volkskunde te bezoeken dat is ondergebracht in de woning van de grootjuffer
of althans waar de grootjuffer(s) destijds moet(en) hebben gewoond.
Van de begijntjes zelf was al evenmin nog een spoor te bekennen. Het museum bleek echter helemaal niet zo klein.
Ruim een uur lang werden we ondergedompeld in grootmoeders tijd en veel herinneringen werden terug bovengehaald.
Er was bovendien nog een leuke verrassing.
Er hingen namelijk 3 mooie schilderijen van een zekere Willems, grootvader van onze Raymonde.
Het museum is trouwens dagelijks gratis te bezoeken in de namiddag maar voor ons opende men de deur al om 11u.
Van het begijnhof fietsten we terug naar de parkeerplaats voor een kleine lunch in de motorhome.
Om 13u45 zetten we koers met de fiets langs het jaagpad naar Baasrode, het laatste Oost-Vlaamse dorp,
grenzend aan de provincies Antwerpen en Vlaams-Brabant. Een tochtje van +/- 8.5 km aan een stevig tempo.
Dit Schelde-dorp stond lange tijd bekend om zijn vele scheepswerfjes. Dat was niet toevallig.
Vanuit Antwerpen kon men zonder kracht zich met het opkomende tij laten mee voeren tot in Baasrode (+/- 4u30)
waar de schepen konden hersteld worden. Verder stroomopwaarts was de Schelde minder goed bevaarbaar
en Baasrode was daarmee ook een belangrijke achterhaven van Antwerpen waar veel goederen met
bestemming Aalst en Brussel werden gelost. Later werd Baasrode de losrechten ontnomen en moest men verder
tot in Dendermonde varen waar men hoge lostaksen moest betalen. In die tijd is dan ook vete tussen Aalst
en Dendermonde ontstaan, integenstelling met wat beweerd wordt dat het Ros Beiaard daarvan de reden zou zijn
want dat verscheen pas 15 jaar later ten tonele.
De restanten van twee van de 13 scheepswerven (Van Praet-Dansaert en Van Damme)
zijn opgenomen in de inventaris van het onroerend erfgoed van Vlaanderen en van de aloude vijandschap
tussen beide families is hier hedentendage niets meer te merken.
In 2 groepen konden we de werven met een gids bezoeken.
Onze gids was zelf een oud-schipper die als vrijwilliger meewerkt aan de restauratie van de scheepswerven.
Momenteel ligt er een houten palingbotter in opbouw die in 2019 zal te water gelaten worden. Daarnaast liggen in de respectievelijke droogdokken 2 spitsen demonstratief klaar voor renovatie nadat ze +/- 90 jaar eerder
uit deze dokken zijn te water gelaten. Ook de veerboot uit “Stille waters”,
waarin Antje De Boeck voor de opnames zelf nog aan het roer heeft gestaan, ligt hier nog te bewonderen.
En last-but-not-least, de sloep, waarin Jan Decleir in de film Mira, Willeke Van Ammelrooy
ontdoet van wat overbodige kledij (1971), ligt er te pronken.
Het atelier van Van Praet-Dansaert, wat door een Engels ingenieur in 1903 ontworpen werd, is zeker het bezoeken waard.
Er zijn ook nog 3 toilethokjes te zien met een leuk wisjedatje. De toiletplank heeft namelijk geen ronde
maar een rechthoekige opening wat de duur van de sanitaire stop gevoelig inkort.
De woning van Van Damme is nu als scheepvaartmuseum ingericht waar heel wat schaalmodellen
tentoongesteld staan van schepen die ooit in Baasrode werden gebouwd.
De droogdokken waren voornamelijk getijdedokken.
Dat betekent dat de schepen bij hoog water het dok binnen voeren en aanmeerden
en op de kentering op laagwater werd de dokpoort gesloten waardoor men aan het schip kon werken.
De activiteiten op beide scheepswerven werden definitief in respectievelijk 1986 en 1988 stilgelegd.
Na de rondleiding konden we nog nagenieten van een streekbiertje, in mijn geval een “Malheur” van 11.5°
van de Brouwerij DeLandtsheer te Buggenhout. De terugweg met de fiets verliep aan een iets lager tempo.
De meeste genoten tot valavond nog na, buiten in het zeteltje bij de motorhome.
Het was een prachtige dag die weliswaar wat frisjes (11°C) begon
maar in de namiddag was de temperatuur tot 20°C opgelopen.

zondag 21 oktober 2018
De volgende ochtend klopte om 8u15 traditiegetrouw de warme bakker aan de deur,
een gebaar wat door iedereen letterlijk en figuurlijk bijzonder gesmaakt wordt. Vroege vogels konden 15 luchtbalonnen zien overvliegen in de richting van Berlare
en alweer was de zon volop van de partij.
Een korte wandeling bracht ons op de markt van Dendermonde waar we afspraak hadden met twee stadsgidsen,
het goedlachse duo Gretl en Greta (we hadden ons aan erger verwacht), die ons alles wisten te vertellen
over de Onze-Lieve-Vrouwkerk, de vleeshal die nu als stadsmuseum dienst doet,
en het ceremoniëel stadshuis wat vroeger de lakenhal was.
De kerk valt van buiten meteen op door zijn centraal gebouwde toren zonder spits in de typerende, Scheldegotiek.
De enige overblijfselen van de beeldenstorm zijn de doopvont in Doornikse blauwsteen en een klein Mariabeeldje.
Alle andere kunstwerken dateren van latere datum.
Naast 2 werken van Antoon Van Dijck bezit de kerk talrijke werken van andere Vlaamse meesters
zoals David Teniers en Gaspar De Crayer.
Aangevuld met het imposante Van Peteghem orgel laat deze kerk een grote indruk na.
In het oude Vleeshuis, eveneens een beschermd monument,
staan de beenderen opgesteld van een mammoet die in de Denderstreek terug gevonden werd.
Te weten dat mammoeten in onze regio zijn uitgestorven bij de laatste ijstijd,
valt dit scelet te schatten op +/- 30.000 jaar oud (NVDR).
Daarnaast zijn er ook veel attributen te zien van de gildes die Dendermonde rijk was.
Het grote stadhuis kijkt uit op een mooie markt waarvan de vorm me deed denken
aan het schelpvormig plein van Siena (NVDR).
Ook in dit gebouw konden we tal van grote meesterwerken bewonderen waaronder,
na een kleine zoektocht, ook nog één van de vele werken van Willems die er ooit moeten gehangen hebben.
Boven in het stadhuis kregen we dan eindelijk het verhaal van het Ros Beiaard te horen.
De legende is niet ontstaan in Dendermonde maar vindt men op veel plaatsen terug
en is eigenlijk gebaseerd op het verhaal van de 4 heemskinderen maar de Dendermondenaren hebben
er hun eigen versie van gemaakt wat de tand des tijds het best heeft doorstaan,
mede in stand gehouden door de 10-jaarlijkse optocht waarbij het paard,
wat op zich al 680 kg weegt zonder de 4 ruitertjes, door 12 sterke dragers wordt rond gedragen.
De traditie wil dat de 4 ruitertjes, 4 jongens uit het zelfde gezin moeten zijn in de leeftijd tussen 6 en 21 jaar.
De ruiters komen later in aanmerking om zelf het paard te dragen.
Het Ros beiaard is opgenomen in het Werelderfgoed Unesco.


Het einde van de rondgang viel omstreeks 12u,
wanneer de beiaard het Ros Beiaard lied speelt
en daarmee was dit alweer meer dan geslaagde weekend ten einde.

Met dank aan de organisatoren, Ann en Yves, Mieke en Geert.

Danny en Ann


---- | naar boven | ----
deze pagina werd laatst aangepast op: 01.11.18 - Minimum 800x600 beeldschermresolutie